Ouderen en Internet, overdrijven is ook een kunst.

Photo by Anna Shvets from Pexels

Photo by Anna Shvets from Pexels

Opinie - Ouderen zijn het zat, kopte de grootste seniorenorganisaties KBO-PCOB afgelopen zaterdag. Onder andere NU.nl nam het bericht over. De cijfers laten echter volgens mij iets anders zien.

“Negen van de tien internetloze (91%) en de helft (46%) van de online senioren zijn het over één ding eens: zij zijn het zat dat ze meer en meer verplicht worden om van alles via internet te doen.” Met deze zin begint het artikel op de website van KBO-PCOB. Op basis van een onderzoek onder 3713 ouderen presenteert de seniorenorganisatie percentages die de koptekst goed lijken te onderbouwen. Maar is dat wel zo?

Helemaal onderaan wordt duidelijk dat de internetloze ouderen nogal ondervertegenwoordigd zijn in de totale populatie. Want (zo blijkt) 75,8% van alle ondervraagde ouderen zit gewoon online! Dat beeld wordt ook bevestigd door cijfers van het CBS overigens. Met andere woorden, de onderzoekspopulatie vormt een goede steekproef van de Nederlandse bevolking, maar ouderen zijn dus gewoon vaker wel dan niet online. KBO-PCOB had de cijfers daarom ook anders kunnen presenteren. Op de gehele populatie is kennelijk maar 56,9% het zat namelijk. Dat klinkt al heel anders dan de openingszin.

Ook andere cijfers worden heel selectief gepresenteerd. Zo staat er dat 48% van de internetloze ouderen nooit online zullen gaan. Dat klinkt weer verschrikkelijk. De werkelijkheid is dat slechts 11,6% van de totale onderzoekspopulatie dat zegt. En zo staat ook vermeld dat wel 53% (wederom klinkt dat erg) wel eens in de problemen is gekomen. Op de hele onderzoekspopulatie is dat dus maar 12,8%.

Ik wil geenszins beweren dat er geen aandacht zou moeten zijn voor internetloze ouderen. Maar door de cijfers zo te presenteren wordt het probleem mijn inziens verkeerd neergezet:

  • KBO-PCOB stelt dat mensen niet uitgesloten moeten worden. Door de wijze waarop de cijfers gepresenteerd worden, lijkt het alsof er een grote groep ouderen wel uitgesloten dreigt te worden. Maar de groep die echt uitgesloten dreigt te worden is veel kleiner, namelijk maar 11,6%. Dat zijn de ouderen die geen internet gebruiken en aangeven dat ook nooit te gaan doen.

  • Maar het is ook niet alleen een probleem voor ouderen. Uit andere cijfers van het CBS blijkt bijvoorbeeld dat voor internetloze mensen (ongeacht hun leeftijd) geldt dat het vaker vrouwen zijn en vaker laagopgeleiden. En dat internet-loosheid dus in alle leeftijdsgroepen voorkomt (in 2018 bijvoorbeeld 4% voor de categorie 45-65 jaar en 2% voor 25-45 jaar). Weliswaar bij ouderen vaker, maar een deel van het probleem is dus niet de leeftijd op zich.

Ook zonder dat ouderen het zat zijn, is het volgens mij voldoende duidelijk dat mensen niet uitgesloten mogen worden als zij geen of weinig internet gebruiken. Dat geldt wellicht vooral voor ouderen, maar niet alleen.

Vorige
Vorige

Begroten met Machine learning op het Sociaal Domein

Volgende
Volgende

Waar is de Wob?