Open Data? Ja! Maar waar?

Onderzoek laat zien dat 1 op de 5 gemeenten actief Open Data publiceert. Wat vooral opvalt is het grote aantal verschillende plekken waar gemeenten dit doen.

Photo by Lukas from Pexels

Photo by Lukas from Pexels

Naar verwachting zal de nieuwe Wet open overheid (Woo) medio 2021 door de Eerste kamer behandeld worden en in 2022 van kracht worden. Met de Woo wordt tevens de in 2019 vastgestelde nieuwe EU Richtlijn (2019/1024) ‘inzake Open Data en het hergebruik van overheidsinformatie’ in Nederland geïmplementeerd. De bestaande Wet openbaarheid van bestuur (Wob) komt daarmee te vervallen. Voor openbaarmaking op verzoek volgt de Woo vrijwel geheel de Wob. Het grote verschil zit in de verplichting om actief overheidsinformatie als Open Data beschikbaar te maken. Als Open Data, omdat het dan voor hergebruik geschikt is. En daarmee vormt de Woo ook een aanvulling op de Wet Hergebruik overheidsinformatie (Who). Deze wet regelt al dat overheidsinformatie op verzoek beschikbaar gesteld moet worden voor hergebruik. Vanuit de Wob wordt informatie in de context van het oorspronkelijke doel openbaar gemaakt (eventueel afgelakt) en kan men er kennis van nemen, bijvoorbeeld om als ‘luis in de pels’ de totstandkoming van bepaalde besluiten tegen het licht te houden. De Who en Woo regelen dat overheidsinformatie gebruikt kan worden voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke doel. De gedachte is onder andere dat de overheid over een enorme hoeveelheid data beschikt. En dat deze data, mits gebruikt in nieuwe toepassingen, economische waarde heeft. Schatting lopen uiteen van enkele miljarden tot bijna 200 miljard in 2030.

Onderzoek stand van zaken Nederlandse gemeenten

De Wet open overheid geldt natuurlijk ook voor gemeenten. Des te meer reden om eens te kijken naar de huidige praktijk rondom het beschikbaar stellen van gemeentelijke informatie als Open Data. Dit artikel geeft de resultaten van een onderzoek naar de actieve publicatie van overheidsinformatie - als Open Data - door Nederlandse gemeenten. Het onderzoek is uitgevoerd in januari 2021 en hierbij is gekeken naar alle 352 gemeenten zoals deze op 1 januari 2021 bestonden.

Verantwoording

In het onderzoek is gekeken naar gemeentelijke gegevens die in de vorm van machine-leesbare datasets beschikbaar worden gesteld. Het actief publiceren van bijvoorbeeld raadsinformatie in de vorm van documenten (al dan niet via een API interface) is buiten beschouwing gelaten. Ook de publicatie van alleen kaartmateriaal, eventueel in combinatie met andere basisregistraties, is niet meegenomen als een vorm van Open Data. Publicatie van kaartmateriaal in combinatie met andere datasets is wel meegenomen. Tot slot is alleen gekeken naar die vormen en plekken van openbaarmaking waarbij duidelijk is dat de gemeente zelf de gegevens publiceert en dat het gaat om gegevens die binnen de gemeente ontstaan zijn.

Om te bepalen of een gemeente Open Data beschikbaar stelt is elke gemeentelijke website bezocht. En is via de gemeentelijke zoekfunctie gezocht op ‘open data’, ‘Wet hergebruik overheidsinformatie’, ‘Who’, ‘Wet openbaarheid van bestuur’ en ‘Wob’. Ook is via Google gezocht op ‘<gemeentenaam> open data’. Daarnaast is voor elk gemeentelijk domein gekeken of de subdomeinen ‘data’ en ‘opendata’ in gebruik zijn (bijvoorbeeld data.amsterdam.nl of opendata.arnhem.nl).

Deze stap leverde een aantal veelgebruikte portalen op, waaronder bijvoorbeeld dataplatform.nl en data.overheid.nl. Vervolgens is voor al die portalen gekeken welke gemeenten datasets beschikbaar stellen.

Resultaten

De onderzoeksresultaten laten zien dat 1 op de 5 gemeenten (19,9%) inderdaad al actief gegevens als Open Data beschikbaar stellen.

Aantal gemeenten die Open Data aanbieden (n=352)

Bron: SPYNK Consulting

Van de 70 gemeenten die wel actief Open Data publiceren blijken verrassend genoeg 29 gemeenten daarover niks te zeggen op de eigen website. Dat is een gemiste kans, maar minder erg dan de 11 gemeenten die op de website wel vertellen Open Data te publiceren, maar dat in werkelijkheid niet doen. Dat is 3,1% van alle gemeenten!

Niet verrassend is dat het vooral de grotere gemeenten zijn die nu al actief Open Data publiceren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de 4 grootste gemeenten, maar ook voor 75% van de overige 100.000+ gemeenten. Van de kleine gemeenten (< 25.000 inwoners) publiceert slechts 8,1% Open Data.

Percentage Open Data per gemeentegrootte (n=352)

Bron: SPYNK Consulting

Het meest opvallend in de onderzoeksresultaten is het grote aantal verschillende manieren waarop gemeenten Open Data publiceren en het grote verschil in wat voor soort gegevens beschikbaar worden gesteld. Hiermee is het maar de vraag of het potentieel (bijvoorbeeld in termen van economische waarde) van de huidige Open Data wel volledig benut kan worden.

Ontsluiting Open Data Nederlandse Gemeenten (n=70)

Bron: SPYNK Consulting

De websites dataplatform.nl en data.overheid.nl zijn duidelijk de meest favoriete plekken om Open Data te publiceren. Op de eerste worden gemiddeld 52 datasets per gemeente gepubliceerd (laagste = 1; hoogste = 705). Het beeld voor data.overheid.nl is vergelijkbaar met gemiddeld 47 datasets (laagste 1; hoogste 709). Maar wat vooral duidelijk wordt, is dat er heel veel versnippering is. Op data.overheid.nl (de grootste) zijn maar 55 gemeenten met Open Data vertegenwoordigd.

Als je in Nederland op zoek bent naar gemeentelijke data, dan is er dus niet één duidelijke bron aan te wijzen. En als je bedenkt dat de optie ‘eigen url’ in feite 24 verschillende url’s inhoudt en je ook de de initiatieven allecijfers.nl, incijfers.nl, archiveren.nl, WaarOverheid.nl en Openbesluitvorming.nl meetelt, dan zijn er in Nederland dus 33(!) mogelijke vindplaatsen voor gemeentelijke Open Data. En dan hebben we het nog niet eens over de verschillende manieren waarop gemeenten raadsinformatie openbaar maken.

Conclusies

Het is zeker positief dat al 1 op de 5 gemeenten actief gegevens als Open Data beschikbaar stelt. Die verplichting bestaat nog niet, maar veel gemeenten zien duidelijk de maatschappelijke waarde ervan in. We moeten echter ook concluderen dat er nog veel winst te behalen is. De onderzoeksresultaten laten twee grote kansen voor verbetering zien.

Allereerst zou de vindbaarheid van gemeentelijke Open Data enorm toenemen als de gemeenten samen voor één portaal kiezen. Bij voorkeur hetzelfde portaal als voor alle andere overheden. Je zou dan bij data.overheid.nl uitkomen. Daarbij kan de vindbaarheid baat hebben als alle gemeenten ook samen één subdomein (data. of opendata.) kiezen en ervoor zorgen dat deze automatisch uitkomt bij de selectie van eigen datasets op data.overheid.nl. Dat veel Open Data slecht vindbaar is, wordt ook onderschreven door de VNG in haar visiedocument (2020) “Van open data naar samen data delen”. Dit visiedocument is met de VNG ledenbrief van 3 december 2020 meegezonden naar alle VNG leden.

Ten tweede zou de herbruikbaarheid en dus de waarde van de Open Data toenemen als alle gemeenten samen een minimale set gegevens definiëren die zij allemaal als Open Data beschikbaar stellen. Een voorbeeld maakt wellicht duidelijk waarom. Stel een bedrijf ontwikkelt een App waarmee op basis van gemeentelijke gegevens bepaalde diensten gerealiseerd kunnen worden. De economische waarde van zo’n App is vooral aanwezig als alle inwoners, ongeacht welke gemeente, potentiële klanten zijn voor de App. Dit verbeterpunt wordt ook onderschreven in het genoemde VNG visiedocument en omschreven als ‘de landelijke schaal ontbreekt nog’. In haar visie stelt de VNG voor om samen te werken in zogenaamde ‘Datadeals’. In zo’n samenwerking worden niet alleen afspraken gemaakt over welke gegevens gedeeld worden, maar ook over standaarden, distributieafspraken en de ontwikkeling van voorzieningen, waaronder Apps, dashboards, algoritmes of API’s.

Het voorstel van deze ‘Datadeals’ van de VNG heeft zeker waarde en zal een bijdrage leveren aan het verhogen van de professionaliteit in het beschikbaar maken van Open Data. Het is echter in het licht van een echt Open Overheid niet voldoende. De gedachte is immers dat overheidsinformatie vrij beschikbaar is zodat anderen gegevens kunnen gaan hergebruiken voor een (waardevol) doel dat nu nog niet bekend is. En dat zij hiervoor geen toestemming of samenwerking nodig hebben. Die ‘Datadeals’ gaan er juist vanuit dat er én samenwerking is én er al een duidelijk doel voor hergebruik bekend is. Zoals gezegd, op zichzelf een waardevol initiatief, maar het zou gezien moeten worden als eerste stap in de richting van een situatie waarbij het beschikbaar stellen van overheidsinformatie door gemeenten een uitgangspunt is, tenzij er redenen zijn om het niet te doen. En niet, zoals nu voorgesteld lijkt te worden, informatie delen als er een reden én samenwerkingspartners voor gevonden kunnen worden.

Vorige
Vorige

Waar is de Wob?

Volgende
Volgende

Digitale Agenda Gemeenten 2024.